De fruitteelt heeft in vroegere jaren altijd een rol gespeeld in de geschiedenis van Oud-Beijerland. In 1903 vonden enkele inwoners van Oud-Bijerland de tijd rijp om hun krachten te bundelen in de centrale tuinbouwvereniging “De Hoeksche Waard“.

De eerste veiling vond plaats in 1904. Als snel verhuisden de activiteiten van de vereniging van de Beneden Molendijk naar de Ooststraat, waar een nieuw en ruimer gebouw werd opgericht.

In de jaren na de Tweede Wereldoorlog bleek het gebouw aan de Oostdijk te klein te zijn en werden de activiteiten opnieuw verplaatst. Dit keer naar een locatie aan de Langeweg.

De panden aan de Ooststraat hebben daar nog jaren leeggestaan, voor ook zij uiteindelijk ten prooi zijn gevallen aan de slopershamer. De herinnering leeft echter voort in de naam van het winkelcentrum De Veilingpassage, dat rond de eeuwwisseling op deze locatie is gebouwd.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.} 

Tot 1968 bestond het pand Oostdijk 49 uit drie afzonderlijke panden:

• Oostdijk 45, waar de bakkerij van Dries de Jong gevestigd was;
• Oostdijk 47, Vishandel “De Noordzee” van de gebroeders Ringelenberg, later van Jan Hendrik Ringelenberg en zijn echtgenote Aagje Stolk; en
• Oostdijk 49, waar Europa Meubelen van DAVO gevestigd was.

In 1968 zijn de drie panden afgebroken en herbouwd tot Oostdijk 49, waar tot voor kort “Bristol ” was gevestigd.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.} 

In 1955 werd Oud-Beijerland uitgebreid met de woonwijk Croonenburgh. Deze naam is te danken aan de Heren van Lynden van Croonenburgh, die omstreeks 1600 veel bezittingen in Oud-beijerland hadden.

Melkboer Joop Both kwam op het idee een speeltuinvereniging op te richten voor de kinderen uit deze nieuwe wijk en de rest van Oud-Beijerland. Dankzij steun van de plaatselijke politiek kon dit plan gerealiseerd worden.

De gemeente stelde een terrein beschikbaar en een subsidie van 5.000 gulden. Met veel vrijwilligers kwam de speeltuin tot stand.

Inmiddels is de speeltuin verplaatst naar de Boezemsingel, maar wordt nog steeds beheerd door een vereniging en draait volledig op de inzet van vrijwilligers.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.} 

De panden aan de Oost-Voorstraat 38 en 39 zijn beide al terug te vinden op de kadastrale kaarten van rond 1820. De oudst gevonden eigenaar van het pand op nummer 38 is de op 10 november 1774 geboren makelaar en rentenier Willem Gibo. Die van nummer 39 is Klaas Rochusz. Schelling, boer op hofstede “Het Paradijs”.

Op nummer 38 is vanaf 1913 tot 1973 de kapperszaak van Letterman gevestigd. Daarna is het pand onder andere in gebruik geweest als stoffeerderij en tapijtwinkel (Van den Berg), makelaardij (Verhagen & Hoppener) en een interieurwinkel (Verfraai & zo).

In 2016 worden de twee panden samengevoegd en komt outletstore “OP=OP” in het pand. In 2020 verplaatst fa. Wijntje haar winkel van West-Voorstraat 14 naar het samengevoegde pand.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.} 

In het pand aan de Oost-Voorstraat 33 is sinds 1958 Juwelier Bijland gevestigd. In 1820 staat Pieter Mast Pietersz. als eigenaar van het pand ingeschreven. In 1841 is het pand in gebruik door broodbakker Paulus van Kuijk. Wanneer hij vertrekt naar Kerkstraat 66 wordt hij opgevolgd door de broodbakker Adrianus Degeling.

Weer later is hier tot 1913 de barbierszaak van Leendert Letterman gevestigd. In 1916 wordt het pand verbouwd van winkel naar woonhuis

Totdat hij onderdook in Apeldoorn in 1942 woonde David boers op dit adres. Daarna betrok Johannes (Hans) de Liefde het pand. Hij is nog steeds bekend bij veel Oud-Beijerlanders om zijn zwemlessen bij de Oude Tol.

In 1958 wordt het pand gekocht door horlogemaker Johan Willem Bijland, die vanaf de Peperstraat zijn horlogerie voortzet. Het pand wordt verbouwd tot winkelpand.

Sinds 2015 wordt de winkel gerund door de 4e generatie Bijland, de broers Michel en Francis.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.} 

Al in 1831 was er al sprake van postbezorging in Oud-Beijerland, wat toen nog werd aanbesteed. Het eerste postkantoor stond aan de Havendam, in het pand waar nu “Nuance” is gevestigd.

De eerst gevonden postdirecteur is de in 1771 in Krabbendijke geboren Cornelis van Steenbergen. Hij is op 25 december 1793 getrouwd met de op 10 juli 1774 gedoopte Geertrui Neeltje van der Geer.

Het echtpaar woonde boven het postkantoor. Dat het echtpaar voor die tijd een lang huwelijk heeft gehad, bewijst de advertentie die zij plaatste in de Rotterdamsche Courant.

Cornelis van Steenbergen overleed op 10 januari 1857 en Geertrui Neeltje van der Geer op 15 april 1859. Het postkantoor bleef op dit adres gevestigd tot 1898, daarna verhuisde het naar de West-Voorstraat 23.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.} 

In het verleden had elk postkantoor een eigen nummer voor het afstempelen, het zgn. puntstempel.
Dit werd gebruikt om de plaats of het postkantoor aan te duiden en een methode om de plaats van afzending te registreren.

Officieel was de naam nommerstempel, maar het publiek noemde het al gauw puntstempel.

Het stempel bestond uit een aantal vette punten, gerangschikt in een ruitpatroon met een getal in het midden. Voor Oud-Beijerland werd nummer 86 gebruikt.

Het puntstempel werd door de PTT gebruikt tussen april 1869 en juni 1893.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.} 

Onderstaande foto toont het begin van de Molendijk rond 1900. De groep toeschouwers bevindt zich voor de bakkerij van Leendert Centsz. van Bochove.

Naast de bakkerij van Van Bochove is de boekhandel van Elbert Krijn van der Kop zichtbaar. Daarnaast “de Zon”, de bedden- en matrassenwinkel van Albertus Adam van Aarsen

De ingekleurde ansichtkaart hierboven dateert van na 1913. De molen is hier nog in volle glorie zichtbaar. Ook is hierop goed te zien dat boekhandelaar Albert Krijn van der Kop zijn winkelpui inmiddels heeft laten verbouwen.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.} 

Bestuurslid Jan maakte eind februari 2025 deze prachtige foto’s. We wilden ze jullie niet onthouden.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.} 

De eerste steen van dit pand is gelegd op 20 maart 1870 door Maria Ingena Hoogenboom. Zij is de kleindochter van Dirk Kouwenhoven Hannik. Dirk heeft een stuk bouwland naast zijn eigen hoeve gekocht en laat hier een boerderij met bakhuis en een rietgedekte schuur bouwen voor zijn dochter, Pleuntje Elizabeth Hannik, getrouwd met vlasser Kornelis Hoogenboom. De boerderij krijgt de naam “Dijkzicht” en behoort tot de zogenaamde Vlaamse-schuurgroep.

In 1922 brandt de schuur af, waarna een kleinere schuur wordt herbouwd. Sinds 1933 is de boerderij in eigendom van de familie Schipper. In 2004 krijgt de boerderij de status van gemeentelijk monument, gevolgd door jaren van leegstand en verwaarlozing.

In 2012 wordt de boerderij gekocht door Stichting Ouderenzorg Rotterdam. Deze laat de boerderij gedeeltelijk afbreken en herbouwen voor de huisvesting van 19 bewoners met een bijzondere zorgvraag. In 2015 wordt de vernieuwde boerderij in gebruik genomen.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.}